Het kruidenierswinkeltje

Soms loop ik op de zolder van de oude boerderij door het ambachtenstraatje. Ik mijmer en heb allerlei gedachten over vroeger. Bij het kruidenierswinkeltje blijf ik wat langer staan. Die plek roept sterke herinneringen aan vroeger op.

Mijn opa had twee broers, Wullemoom en Nalusoom. Deze broers Christiaens waren vrijgezel en bestierden een kruidenierswinkel aan de Venrayse weg. Wullemoom was sneejer, oftewel kleermaker én hij stond in de winkel. Nalisoom werkte achter en regelde het huishouden. Ze hadden ook enkele varkens en kippen.

Als schoolkind, eind jaren veertig, moest ik wel eens een boodschap doen bij de kruidenier. Ik herinner me dat belletje (“tingel”), als je de deur van de winkel open deed. Het rook er lekker naar koffie, koekjes en tabak. Er stonden grote bakken, met meel, suiker en koffie, met van die houten scheppen erin. Ook koekblikken met deksels met zo’n groot rond kijkgat, en grote glazen potten met snoepjes.

We wachtten bij de toonbank. Wullemoom kwam dan uit een zijkamer aansloffen. In die zijkamer zat hij te sneejeren. Wullemoom was een klein dik mannetje, met een zwart vestje aan. En om zijn nek hing zijn centimeter, het meetlint. We kregen van hem altijd een snoepje of koekje, want hij wist dat we nog zeker een half uur moesten lopen naar huis.
En meestal kwam Nalusoom uit de donkere keuken om even een kijkje te nemen en om ons te groeten. Nalusoom liep altijd op klompen en had een beetje vies jasje aan. Het waren vriendelijke ooms, grootooms eigenlijk.

Jaren later heeft een broer van mijn moeder, Bert Christiaens, het winkeltje overgenomen. Hij was bakker en heeft er jaren later een nieuwe winkel van gemaakt. Vele jaren daarna is die winkel overgegaan in café de Noordsingel. Dat café is ook al weer jaren geleden gesloten.

Het is allemaal lang geleden, maar ik bewaar er fijne herinneringen aan.

Leen Keijsers-Jakobs