In feite is Openluchtmuseum De Locht niet alleen een weerspiegeling van een manier van het Noord-Limburgse leven vroeger, maar ook van een mentaliteit en een levensgevoel. De Noord-Limburgse boer moest altijd vechten voor zijn bestaan vanwege de weinig vruchtbare grond. Hij woonde afgelegen en was dus volkomen op zichzelf aangewezen.
Die omstandigheden vormden de basis voor vernieuwingen en veranderingen, andere vormen van bedrijfsvoering, andere teelten en andere benaderingen van de veehouderij. Dat heeft hem tot een bekwame tuinier gemaakt. Na de oorlog heeft hij zich, op tot dan toe geheel onbekende activiteiten geworpen, zoals de champignoncultuur en de aspergeteelt. Hij heeft de intensieve veehouderij mee ontwikkeld en tot grote bloei gebracht.
En hij heeft met inventiviteit, vernieuwingsdrang , experimenteerwoede en zakelijk inzicht Noord-Limburg op de kaart van de zogenaamde agribusiness gezet. Want hij ontwerpt en bouwt kassen, machines, stallen en werktuigen, en ontwikkelt de daarbij behorende computersystemen. Vervolgens verkoopt hij die, wereldwijd.
Op keuterboerderijtjes als De Locht is dan ook het zeer prille begin gemaakt van reusachtige ondernemingen, van enorme kassencomplexen in de gehele regio en van alle groots opgezette teelten die het gebied vijftig jaar geleden niet eens kende, zoals bloemen en siergewassen, maar ook tal van nieuwe groentesoorten. En dat heeft weer tot de opkomst en huidige bloei van het transport en de logistieke industrie in Noord-Limburg geleid.
Waar zich ruim honderd jaar geleden de keuterboerderijen bevonden, ontstond een van de modernste en meeste gevarieerde land- en tuinbouwgebieden van Nederland. Dat geeft museum De Locht een bijzonder waarde. Wat daar wordt bewaard, geconserveerd en tentoongesteld is niets meer dan het begin van een complete agrarische revolutie, waarvan de gevolgen goed zichtbaar zijn. Dat is het verhaal van Openluchtmuseum de Locht, van keuterboer tot agrarisch ondernemer!
Indiener van de tekst, Henny Rouschop:
“De tekst is niet van mijzelf, maar heb ik ontdekt in de brochure die uitgegeven is in 2003 bij gelegenheid van het ontvangen van de Jo Hansenprijs door de Locht. Ondanks navraag bij de stichting heb ik de oorspronkelijke schrijver niet kunnen achterhalen.”