De Muts

Net zo belangrijk als de toer, was de muts. De muts hoorde bij de toer. Over de toer heb ik in het begin al een en ander verteld, nu een verhaal over de muts.

Vroeger droegen vrouwen altijd een mutsje, ook ’s nachts. Het dagelijkse mutsje, de ondermuts, was meestal zwart, ’s nachts droeg men vaak een wit mutsje. Dat is hetzelfde  mutsje, dat de vrijwilligers op de Locht ook vaak dragen. De zwarte kleur was wel handig, het werd natuurlijk wel vuil, maar je zag het niet zo snel. Het haar werd in die tijd niet zo vaak gewassen, als wij dat tegenwoordig doen. Men had toen niet de faciliteiten, die wij nu hebben, warm water, shampoo en dergelijke. Dat zwarte mutsje diende ook ter bescherming van de tere witte muts, die men daaroverheen droeg. Bovendien zorgde de zwarte kleur ervoor, dat het kant van de muts goed zichtbaar was vanwege de donkere ondergrond.

De muts was samengesteld uit drie onderdelen, de bol, met aan de voorkant een geplooide rand en een sluiertje aan de achterkant. De geplooide rand was bijna altijd van echte handgekloste kant. Aan de rest van de muts zat afhankelijke van de financiële situatie van de draagster kant of tule verwerkt. Handgekloste kant is door de eeuwen heen heel erg kostbaar geweest. Veel kant aan de muts betekende dus rijkdom. Het was meestal Belgische kant, Lierse, Mechelse of Brusselse kant, met ieder zijn eigen specifieke patroon. Alleen aan de muts van de rouwtoer werd geen kant verwerkt. De geplooide rand was van neteldoek of batist bij zware rouw  en van tule bij lichte rouw, evenals de bol en de sluier.

De geplooide rand ontstond doordat men de kant om metalen staafjes in een plooiraam legde en daarna heel erg steef. (stijfsel, stevig maken met zetmeel) Zo ontstonden er plooitjes, die dicht naast elkaar op een dunne, met katoen omwonden metalen draad werden genaaid. De bol van de muts was van kant of van tule. Aan het sluiertje zat, naarmate  je het kon veroorloven een smalle of brede rand van kant. Het vervaardigen van zo’n muts was een hele kunst en vergde veel arbeid, vandaar dat de muts erg kostbaar was en men er heel zuinig op was. Bij reiniging moest de muts uit elkaar gehaald worden en de plooien werden er weer helemaal opnieuw ingemaakt. Een bewerkelijk en moeilijk proces bij het kwetsbare en kostbare kant.

Ik hoop dat ik jullie een indruk heb gegeven van al het handwerk dat destijds verricht is en de liefde en eerbied die men had voor het materiaal, heel anders dan de huidige wegwerpcultuur. Ga de toeren die in het museum in de beste kamer en in het textielpaviljoen tentoongesteld zijn eens opnieuw bekijken! Je kijkt er nu vast met andere ogen naar!

Marlé de Laat