Vakwerkhuizen in Noord-Limburg?

Naar aanleiding van die vraag is het antwoord: ja, die waren er. Veel is hier echter niet over bekend, de oorzaak is schaamte. Beschrijvingen beperken zich enkel tot de vermelding ervan, soms gevolgd door een omschrijving. In Zuid-Limburg zegt men: liëm buuj, erm luuj (lemen huis, arme lui). Een onderkomen gebouwd van stenen heette huys, naderhand huis, de overige hut. Armoedzaaiers had je niet graag in het dorp, daarom stonden zo’n hutjes bijvoorbeeld aan de rand van de hei.

Een vakwerkhuis bestaat uit een houten skelet, de vakken tussen de balken zijn opgevuld met een vlechtwerk van takken die bekleed worden met leem. Door de schaarste aan timmerhout werden voor het skelet, indien mogelijk, balken hergebruikt. Voor je onderkomen betaalde je destijds geen belasting, wel voor de stookplaats, de heerd. Tot 1820. Napoleon had nieuwe gemeenten gevormd door dorpen samen te voegen en deze gemeenten startten met een nagenoeg lege kas. Om aan geld te komen werd een belasting op huizen ingevoerd, de belasting op de heerd verdween. De huizen werden vanaf die tijd in klassen ingedeeld.

Die lijst, in bezit van de gemeente Horst aan de Maas, geeft de mogelijkheid om eens te kijken naar Melderslo–Eikelenbos: totaal 45 huizen. In de klasse 7 en 8 zijn er dan 19 boerderijen (van steen) en in de klasse 9 en 10 zijn 26 huizen (gebouwd van weinig duurzaam materiaal). De laagste belastingklasse, meer dan de helft van de behuizing, zijn hutjes. Eén deur en één raam en één vertrek. Je kunt je bijna niet voorstellen dat hier een gezin in woonde. De tekening gemaakt door Vincent van Gogh toont hoe zo’n onderkomen er uit zag.

Zuid-Limburg laat nu mooie romantische witzwarte vakwerkhuizen zien die zeer in trek zijn. Zo was het niet altijd. De opkomende mijnen haalden hun kader elders vandaan, die mensen kochten juist deze huizen. De leemvullingen werden wit gekalkt en het houtwerk zwart geteerd. Van armoede naar status. In Noord-Limburg werd ook gekalkt maar dan om de leemlaag te beschermen tegen weersinvloeden én om het houtskelet te camoufleren. Vóór de oorlog zijn deze onderkomens allemaal verdwenen.

Gérard Achten