Elk jaar hebben we in museum de Locht een Lentedierendag. Dit jaar was dat niet mogelijk vanwege de pandemie. Dieren spelen een belangrijke rol in veel gezinnen, de meeste kinderen zijn er dol op en ze kunnen er veel van leren. Zo ook in ons gezin. Wij houden veel van dieren. We hebben dan ook allerlei huisdieren gehad. Meestal zonder enige kennis van zaken. We lieten het maar op ons afkomen.
Ons eerste dier was een konijn, niet om mee te spelen, maar om vet te mesten. “Die is goed voor de kerst” zei mijn man stoer. De achterbuurman was slager. Toen de tijd dáár was, kwam hij het beest prepareren voor de maaltijd. Wij waren niets gewend en het aanschouwen van zo’n slachtpartij lieten we aan ons voorbij gaan. Maar horen deden we het wel. Het was alsof het beest voelde wat er ging gebeuren en het begon hard te schreeuwen. Het konijn werd nog wel aangebraden, maar meteen daarna aan kennissen meegegeven. Het idee alleen…, je eigen konijn opeten! Voor het kerstdiner hebben we maar iets anders bedacht.
De echte huisdierenvreugde begon met een hondje, een beetje terriërachtig beestje van onbekende oorsprong. Heel kindvriendelijk. Hij liet zich graag door mijn dochter in de poppenwagen rondrijden. Nam overal aan deel als een volwaardige huisgenoot. Het was een teefje. Als wij op vakantie gingen mocht ze logeren bij oma. Dat ging altijd goed. Ook die keer toen ze loops was en we oma vertelden dat ze de hond niet los rond moest laten lopen. Dat zouden de reutjes uit de buurt erg leuk vinden. “Ik zal er goed op letten”, beloofde oma.
Na een maand begon ons hondje er aan de onderkant anders uit te zien, ze kreeg tepels. Een vaag vermoeden ontstond en we zetten een grote doos klaar met daarin wat krantenreepjes. En na ruim 2 maanden, jawel, 5 puppies… in 3 variaties. We vroegen oma hoe dat in godsnaam mogelijk was. Ja, ze was boven de bedden op gaan dekken en had de hond aan de radiator vastgebonden zodat hij niet weg kon. Wel met de buitendeur open. Toen ze beneden kwam was onze hond met een andere hond aan het “spelen”. Nu was het toch al gebeurd, dus liet ze onze hond maar lopen. Ik dacht: ”Laat hem maar genieten”, zei oma!
Op een dag kregen mijn kinderen een konijntje cadeau, mooi, helemaal wit, een echt Nijntje. Aan beide zijden bij de buren hadden ze ook een konijntje en de buurkinderen en mijn kinderen lieten de konijntjes samen spelen in de wasmand. U raad het al. Na een tijdje begon ons Nijntje plukken haren uit haar vacht te trekken. Zij maakte een knus nestje voor haar nageslacht, 6 stuks werden er dat. Zielsgelukkig waren de kinderen ermee. De plaatselijke dierenwinkel kocht de jonkies graag van hen. Drieguldenvijftig per stuk kregen ze. Met deze jonkies maakte de winkelier diverse andere kinderen héél gelukkig.
Van mijn broer kregen onze kinderen een rat, afkomstig uit het laboratorium. Een flink beest met een dikke onbehaarde staart van zo’n 10 centimeter. Ze noemden hem Frits. Ik was er niet zo gelukkig mee. Ze lieten de rat van de ene hand over de arm, langs de nek naar de andere hand lopen en droegen hem onder de trui. Op Werelddierendag mochten ze een dier mee naar school nemen en trots toonde mijn dochter bij binnenkomst Frits aan de juffrouw. Die sprong bovenop de lessenaar en mijn dochter moest met haar rat onmiddellijk naar huis. De juffrouw had een knuffeldier bedoeld en zeker geen rat. Verkeerd begrepen.
Witte muizen, ook een leuk presentje voor een kind. We zetten ze in een glazen bak op de piano. Dan kon iedereen de beestjes goed zien. Binnen de kortste keren zagen we niet enkel twee muizen, maar ook een nestje vol wezentjes, het leken roze wormpjes, een soort garnalen. Een vruchtbare worp, 13 stuks. Wat moesten we daar nu mee? Het bleek handelswaar, de kinderen verkochten ze voor 50 cent per stuk. De dierenzaak tegenover de basisschool verkocht ook slangen en die hadden graag levend voer. De eigenaar beloofde echter dat hij hún muisjes aan andere kinderen zou verkopen. Vader muis moest voortaan in een apart kooitje!
Een poesje helemaal alleen voor zichzelf wenste mijn dochter voor haar 10e verjaardag. Ze had een kamer met een dakterras. Ze genoot van het beest en knuffelde het ongeveer dood. Via een kattenluik kon de poes op avontuur. U vermoedde het al, op een gegeven moment was de kat zwanger. Een doos met krantensnippers op de slaapkamer diende als kraambed. Op een dag lagen er 4 kittens. Schattig… maar na een aantal weken moesten ze er toch afstand van doen. Eén kat vond ik meer dan genoeg. Via een advertentie bij de dierenartspraktijk hebben we veel gezinnen blij kunnen maken met een kitten.
Aan onze ervaringen met kippen, een pony en een geit heb ik al eens een verhaal gewijd. Ervaring met het houden van dieren heb ik genoeg opgedaan. Een beestenboel is het echter nooit geworden, onze dierenliefde ten spijt. Wel hebben we altijd honden gehad, nu nog steeds, twee stuks. Ik ben er zielsgelukkig mee, maar daar blijft het toch bij!
Marlé de Laat