Bij de inrichting van het museum was men blij verrast, dat kapper Theo Kleeven uit Horst een aanbod deed om zijn museale kapperscollectie bij De Locht te plaatsen! Bij de Oudheidkamer in Horst was hier geen ruimte voor. Openluchtmuseum de Locht vond op zolder een geschikte ruimte om de complete verzameling een plaats te geven.
Kapperspaal
Bij de ingang van het kappersmuseum hangt een kapperspaal, een type uithangbord dat kappers en barbiers gebruikten in de straat, om hun kapperszaak kenbaar te maken. Dit gebruik dateert al vanaf de middeleeuwen. De rood/witte strepen duidden er op dat de barbier ook chirurgijn was en licht chirurgische handelingen mocht verrichten, zoals aderlaten en tanden trekken.
Verschillende reacties
Bewonderende blikken gaan vooral naar de vitrine met kostbare porseleinen scheerbekkens, sierlijke verstuivers voor een lekker luchtje en andere kappersbenodigdheden zoals scheergerei, krultangen, tondeuses, enz.
Voor mannen met snorren staan er de zogenaamde snorrenbekers. Bekers met aan de bovenkant een “plateautje”, waarop bij het drinken de snor rust, zodat die niet direct in de koffie hangt! Trouwens, mannen kwamen vaker bij de kapper dan vrouwen. Zij die het zich konden veroorloven gingen regelmatig naar de barbier om de baard te laten scheren, tevens werden dan ook de laatste nieuwtjes uitgewisseld!
Bij de inventaris van Kleeven hoort ook de speciale kapperskast met grote spiegel en diverse schilderijen met afbeeldingen van kapperstaferelen. En tevens een paar stoelen en tafeltje met daarop de krant bij de kachel, waar sommige klanten het dagelijkse nieuws kwamen lezen.
De kachel diende niet alleen voor verwarming, de kapper moest ook altijd kunnen beschikken over warm water, er stond altijd een klein keteltje met water klaar.
Sommige mensen, meestal vrouwen, zijn erg gecharmeerd van het “leuke” kastje in de hoek, met die vele knusse laatjes, niet wetende waar die ooit voor dienden! Er heerste lange tijd een vervelende, erg besmettelijke huidziekte, schurft, gepaard gaande met hevige jeuk en huiduitslag. Daarom had iedere klant zijn eigen scheerspullen in een eigen genummerd laatje.
Tabakswinkeltje
Veel kappers verkochten ook rookwaren, zoal sigaren, sigaretten, pruimtabak en shag. Van de shag kon men zelf sigaretten rollen, dit was goedkoper dan pakjes sigaretten kopen. Daarom roept het wandkastje met de vele verschillende sigarettenmerken veel herinneringen op. Ieder wil weten, of zijn of haar vroegere favoriete merk er ook bij staat.
Elektrische stoel
Bij sommige kinderen komt het kappersmuseum niet vriendelijk over. Die droogkappen en enge permanenttoestellen, vol klemmen en snoeren, doen hen een beetje griezelen en eerder aan een martelkamer denken, wat het soms ook wel een beetje was!
Ik herinner me, hoe mijn moeder terug kwam van de kapper als ze de haren had laten doen. Om te permanenten werden de haren bevochtigd met een stinkende ammoniakvloeistof, waarna de, toen al elektrisch verwarmde krulspelden, strak ingewikkeld werden. Stevige hoofdpijn, een rode nek en soms verbrande oren, waren het gevolg! De krullen waren wel gelukt, maar het leek mijn moeder niet meer, met die kroeskop!
Aan de rugleuning van de kappersstoel hangt een leren riem om de scheermessen te slijpen. Maar één jongetje zag dat anders: “Goh, dat is de elektrische stoel en dan werd ie hiermee vast gezet!” riep hij op de riem wijzend!
Nellie Lenssen