De Toer (2 van 3)

Persoonlijk vind ik de toer een van de mooiste voorwerpen uit deze streek, een typische plattelandsdracht! Over die toer ga ik in het kader van “Gesloten maar niet op slot” in een aantal afleveringen een verhaal vertellen. Dit is deel twee.

Vanaf  1860 tot in de tweede wereldoorlog hebben vrouwen hier in Noord-Limburg een toer gedragen, bij feestelijke gelegenheden en ’s zondags naar de kerk.  Ze schreden dan langzaam naar voren, zodat iedereen de toer kon bewonderen. Alleen de vrouw van de burgemeester, de huishoudster van de pastoor, een winkelierster en een rijke boerin droegen de toer dagelijks. De boerin droeg door de week een oude toer en had voor de zon- en feestdagen een nieuwer exemplaar. Tijdens de tweede wereldoorlog kon men moeilijk aan materiaal komen om een toer te maken en het vak van toerenmaakster stierf ook langzaam uit. De oudere vrouwen die reeds in het bezit waren van een toer droegen die nog wel, maar er werden nauwelijks meer nieuwe toeren gemaakt. Bovendien ging men, in plaats van met paard en wagen er op uit te trekken, steeds vaker fietsen en dan is zo’n toer op je hoofd niet bepaald handig. Vóór die tijd zat de toer, wanneer men op stap ging, naar de kerk of de kermis, bij regen of mist veilig opgeborgen in een kist op de kar. Hij mocht natuurlijk niet nat worden, want dan zakten de gesteven onderdelen in elkaar.

De eerste keer dat een meisje een toer droeg was, met 13 jaar, ter gelegenheid van de communie, die deed je toen op die leeftijd. De toer werd geleend van de moeder, een zus of een tante. De eerste eigen toer kreeg een meisje op haar 18e verjaardag. In de beginperiode werd het hoofd nog kaalgeschoren, maar later stak men het haar op onder de muts. Voor jonge meisjes was de toer bezet met bloemetjes in de kleuren licht blauw, roze, zacht groen of iets gelige kleur. Getrouwde vrouwen hadden alleen witte bloemetjes of knopjes, allemaal van stof met speciaal gereedschap gemaakt. ( Dat kun je bekijken in Museum de Kantfabriek) Zo konden de jongens aan de toer zien of een meisje nog “vrij” was, huwbaar.

wordt vervolgd!

Marlé de Laat